hd04-1320.jpg
Vink (Fringilla coelebs)
Vink (Fringilla coelebs)

Vink (Fringilla coelebs)

In bossen, parken en tuinen kan men veelal in begin maart het fluiten van de vinken mannetjes horen. Vinken behoren tot de trekvogels die in het najaar naar zuid Europese landen vliegen en in februari – maart terug keren naar hun broed gebieden. In de tweede helft van april bouwt de vink een rond nest in bomen daar waar de aanzet van een tak zit en het liefst wat hoog boven de grond soms wel tot 8 meter of zelfs iets meer.

Het nest is veelal gemaakt van mossen en stukjes bast van berkenbomen. Alles wordt als het ware goed in elkaar gevlochten en bekleed met pluizig materiaal. Het vrouwtje legt gemiddeld 5 eitjes die bruin of blauwwit met een bruine tekening. Na ongeveer twee weken komen de jongen uit en worden met insecten en larven gevoerd. De volwassen vinken eten veel zaden die zij op de grond vinden. Zou er nog een tweede legsel komen wordt hetzelfde nest gebruikt.

Deel dit artikel