hd09-1320.jpg
Pimpelmees (Parus coeruleus)
Pimpelmees (Parus coeruleus)

Pimpelmees (Parus coeruleus)

De pimpelmees kom je bijna overal tegen zowel in bossen als in de tuin. Pimpelmezen nemen het niet zo nauw wat nesten betreft want deze bouwen ze in boomholtes, nestkastjes, gaten in muren maar ook in buizen. De nesten bestaan uit grote hoeveelheden mos wat als een kuiltje wordt opgebouwd en afgedekt met veertjes of andere materialen wat hier op lijkt.

Het vrouwtje kan wel een legsel hebben van 15 eitjes die er wit uitzien met bruinige vlekken. Het legsel wordt in ongeveer twee weken uitgebroed waarna zowel het vrouwtje als het mannetje de jongen voeren met insecten en larven. Pimpelmezen beginnen al in april te broeden en kunnen in juni nog een tweede legsel uitbroeden. De jongen verlaten het nest na ongeveer drie weken.

In de winter voed de pimpelmees zich met zaden maar ook nog met insecten als deze te vinden zijn. Ook in de tuin kunnen de mezen zich vaak te goed doen aan de vetbollen en pinda’s zij het aan een streng of gedopt uit een silo.

Deel dit artikel