Roodborstje (Erithacus rubecula)
Het roodborstje komt zowel in bossen, parken als in tuinen voor. De beste tijd om ze in de tuin te zien is meestal in het najaar en winter. Wanneer in het voorjaar de broedtijd is aangebroken kan het mannetje flink zingen en wordt toe verwezen aan het beschermen van hun territorium. Het nest wordt laag aan de grond of zelfs op de grond gemaakt tussen stenen en in kuilen.
Het nest wordt gemaakt door het vrouwtje waarbij gebruik wordt gemaakt van stukjes wortel, gras, bladeren en mos. Er worden ongeveer zes eieren gelegd die crème kleurig zijn met rood vlekjes. De eitjes worden twee weken door het vrouwtje bebroed. Als de jonge vogeltjes er zijn worden ze door beide ouders gevoed waarna ze twee weken later het nest verlaten.
De jongen worden nog een week gevoed waarna ze er alleen voorstaan. Hierna komt er vaak nog een legsel bij de roodborstjes. Het roodborstje voed zich voornamelijk met insecten en andere soorten beestjes. In de herfst en winter worden er ook bessen en zaden gegeten.
Deel dit artikel |