hd07-1320.jpg

Landgoed Petrea bij Wapenveld

Tot halverwege de 19de eeuw bestond dit gebied uit louter heide, waarover paden en handelswegen liepen. Het maakte oorspronkelijk deel uit van de bezittingen van de landsheer, de hertog van Gelre. Rond 1850 werd Petrea, net als de zuidwestelijker gelegen Dellen, eigendom van de bekende weerkundige professor Chr.H.D. Buys Ballot. Hij ontgon een klein stuk van zijn bezit en stichtte daar de boerderij Petrea. Deze naam zou betrekking hebben op zijn pogingen om uit de leem die hij aantrof stenen (Grieks: petra) te bakken. Op een kaart uit 1871 zijn leemkuilen en vervallen steenovens aangegeven.

Landgoed Petrea bij Wapenveld

Ook zijn er diverse grindgroeven op die kaart te zien. Rondom de boerderij werden eikenwallen aangelegd en er werd een parkachtig bosje op een heuvel tegenover de boerderij geplant. Er waren enkele akkertjes, boomgaarden en graslanden rondom de boerderij en delen van het gebied werden langzaamaan bebost. In 1903 kocht dr. J.E. van der Meulen Petrea. Hij bouwde een villa aan de Rijksweg en liet de rest van Petrea bebossen. In 1968 overleed de zoon van dr. J.E. van der Meulen, mr. J.E. van der Meulen, oud-vice-president van de Hoge Raad. Hij legateerde het toen 307 ha grote gebied. Het is het grootste legaat dat Geldersch Landschap ooit mocht ontvangen.

De door dr. J.E. van der Meulen gebouwde villa is te zien vanaf de oude rijksweg Apeldoorn-Hattem, achter een weiland en onder hoge bomen. Daarnaast, op de hoek van de Molenweg, ligt een aardige oude bosarbeiderswoning. Hierachter strekt zich drie kilometer lang, tot aan de snelweg, niets dan bos en heide uit, halverwege onderbroken door de voormalige boerderij Petrea met een vierkant stuk grasland, dat een fraai contrast vormt met het omringende bos.

Vanaf de heide op de Hooge Berg, op veertig meter boven N.A.P., heb je een weids uitzicht in oostelijke richting, waar zich bij helder weer de toren van Wijhe in Overijssel aan de horizon aftekent. In de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers op de helling van de Filipsberg een omvangrijke strook bos gekapt voor de aanleg van een lanceerbaan voor V1-raketten, gericht op Londen. Deze Duitse kaalslag is in 1947 en 1948 herbebost.

Het bos bestaat voornamelijk uit grove den en andere naaldbomen. Hier groeit onder andere dennenorchis. Loofbomen zijn in geringe mate aanwezig, meestal in de vorm van lanen en singels. Ook in het bosreservaat op de voormalige stormvlaktes uit de winter van 1972-1973 zijn veel berken ontkiemd. De plaatsen waar vroeger keileem werd gewonnen zijn goed herkenbaar omdat daar boomsoorten zijn aangeplant die een wat voedselrijkere bodem verlangen, zoals eik, beuk, Amerikaanse eik, douglas of sitka.

 De onderbegroeiing is niet rijk aan soorten. Maar tussen de kraaiheide, bosbessen en bochtige smele komen wel enkele bijzonderheden voor, zoals veelbloemige salomonszegel, grote wolfsklauw en rondbladig wintergroen. Ook groeit plaatselijk hengel, een halfparasiet die voedsel onttrekt aan de wortels van grassen. Kenmerkende heidesoorten zijn struikheide, dopheide, kraaiheide, tormentil, zandzegge en schapegras. De mineraalrijke plekken waar destijds de takken en stobben van het stormhout zijn verbrand, vertonen een dichte begroeiing van duinriet.

 Petrea herbergt een klein aantal wilde zwijnen. Ook de boommarter, die een groot leefgebied nodig heeft en in holle bomen leeft, komt voor. Broedvogels zijn havik, buizerd, sperwer, torenvalk, boomvalk, zwarte specht, groene specht, gekraagde roodstaart, vuurgoudhaantje en geelgors. Op de heide leven onder meer levendbarende hagedis, hazelworm en zandhagedis.

 Recent is ecoduct ‘Tolhuis’ over de A50 gerealiseerd. Jarenlang is de snelweg een barrière geweest. Nu kunnen dieren rijkere voedselgronden in het uiterwaardengebied langs de IJssel bereiken. Wilde zwijnen en vele andere kleinere zoogdieren, amfibieën, reptielen en insecten kunnen eveneens via het ecoduct een veilige oversteek maken.

 Om het gebruik te stimuleren is het noodzakelijk een rustige zone te creëren aan beide zijden van het ecoduct. Daarom hebben Staatsbosbeheer en Geldersch Landschap een gedeelte van de bosgebieden Zwolse Bos en Landgoed Petrea aangewezen als rustgebied voor de fauna. Een nieuw fietspad is bewust langs de grens van het rustgebied aangelegd, om de kans op een ontmoeting met onze grootste inheemse zoogdieren te vergroten.

 Het streven is om op Petrea een natuurlijker bos te ontwikkelen. Het zuidelijk deel is bos reservaat, hier kan het bos zich ongestoord ontwikkelen. In het nu nog redelijk eentonige noordoostelijke deel wordt door het kappen van gaten meer variatie aangebracht. Er bestaan plannen om met wildviaducten over de A50 ook dit deel van de Veluwe toegankelijk te maken voor wild. Rondom de boerderij Petrea en de villa worden cultuurhistorische elementen als wallen, grasveldjes en bijzondere boomsoorten behouden.

(bron: Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen) 

Deel dit artikel