Staartmees (Aegithalos caudatus)
De staartmees is goed te herkennen aan zijn lange staart die langer is dan het lichaam. In de winter trekt de staartmees in kleine groepjes rond vaak in gezelschap van andere mezen zoals de koolmees. Ze zoeken hun voedsel in bomen waarbij ze takjes grondig inspecteren op voedsel waarbij een zacht kwetterend geluid is te horen.
De staartmees is vooral te vinden in moestuinen, parken en bossen en het kan maar zo gebeuren dat men ze gewoon in de tuin aantreft bij de pinda’s. In het voorjaar zoekt een paartje een geschikte plek om een nest te maken. Het nest krijgt een bollige ovale vorm met in de bovenste helft een opening. Het nestmateriaal bestaat voornamelijk uit mossen en spinrag en andere materialen.
Het nest wordt het nest gecamoufleerd met stukjes boomschors terwijl aan de binnenkant het nest wordt afgewerkt met dons. Het vrouwtje kan wel acht tot twaalf eieren leggen die een witte kleur hebben met rode stippen en vlekjes. De jonge vogels komen met een kleine veertien dagen uit het ei en worden door beide ouders met insecten en larven gevoerd wat ook het hoofdvoedsel is van staartmezen. De jongen verlaten na ongeveer twee weken het nest.
Staartmezen hebben het in de winter niet makkelijk om aan voedsel te komen en is dus voor vogelliefhebbers zeer aan te bevelen om voedsel aan te bieden en wie weet zie je deze vogel in je tuintje.
Deel dit artikel |