Spreeuw (Sturnus vulgaris)

De spreeuw moet oorspronkelijk in bossen geleefd hebben als dit tenminste op waarheid berust want tegenwoordig ziet men deze vogel meer in bewoonde wijken en weilanden dan in een bos. De spreeuw is over het algemeen glanzend zwart met witte vlekjes of streepjes waarbij soms ook de kleuren blauw en groen in de veren te zien zijn . Jonge exemplaren zijn over het algemeen bruin.

Veel mensen klagen over deze toch wel mooie vogel omdat ze vaak in grote groepen ergens neerdalen en dan best wel wat achterlaten. Het is een bijzonder schouwspel om te zien hoe deze vogels in groepen als een bewegende massa door de lucht vliegen. Spreeuwen maken hun nesten in gaten, bomen en muren en zelfs in nestkasten. Het nest bestaat uit gedroogde materialen zoals wortel, gras en meer van dit soort dingen.

Het vrouwtje bouwt het nest waar het mannetje maar zelden helpt. Tegen het eind van april legt het vrouwtje ongeveer 5 eitjes met een blauw groene kleur die beide ouders afwisselend uitbroeden. Als de jongen er zijn worden ze gevoerd met voornamelijk insecten. Ook is het mogelijk dat er in de zomer nog een tweede nestje komt. Volwassen spreeuwen eten bessen, zaden, insecten maar ook fruit.