hd03-1320.jpg
Metaalvlinder (Adscita statices)
Metaalvlinder (Adscita statices)

 De familienaam bloeddrupjes is ontleend aan de rode stippen op een zwarte ondergrond van enkele soorten uit deze familie. Deze familie omvat wereldwijd ruim 1000 soorten en is onderverdeeld in twee onderfamilies: de metaalvlinders (Procridinae) en de bloeddrupjes (Zygaeninae). In Nederland zijn zes soorten waargenomen.

 Typerend voor deze nachtvlinders is dat ze dicht bij elkaar in kleine populaties leven. Soms zijn deze vele generaties lang van elkaar gescheiden geweest waardoor zich tussen de populaties onderlinge verschillen hebben ontwikkeld. Zowel de vlinders als de rupsen zijn giftig voor gewervelde predatoren.

 De vlinders zijn vooral overdag actief en bezoeken geregeld bloemen in open terreinen, vooral ruig grasland. Hun vlucht is tamelijk strak. Alle soorten uit deze familie hebben afgeronde, vrij smalle voorvleugels, die in rust dakvormig omhoog en tamelijk dicht tegen het lichaam worden gehouden. De forse antennen, die soms aan het uiteinde verdikt zijn (en daardoor enigszins doen denken aan die van dagvlinders), zijn altijd naar voren gericht.

 De rupsen leven vooral op kruidachtige planten, vaak vlinderbloemigen. De papierachtige spoelvormige cocons, die witachtig van kleur zijn, worden gewoonlijk laag in de vegetatie gevormd. Sommige soorten bloeddrupjes spinnen hun cocons echter hoog tegen een plantenstengel en vallen daardoor goed op.

 tekst bron: Vlindernet

 

Deel dit artikel